Voedingssupplementen: ‘Consument is te goedgelovig’

Patrick Wessels is gefascineerd door consumentengedrag en de psychologie. Wekelijks blogt hij over consumentenpsychologie, commerciële visies en slimme toepassingen van (online) marketing. Hij weet dus precies hoe fabrikanten van voedingssupplementen de consument ver- en misleiden. Hoe kun je je daar als consument tegen wapenen?

We spreken Wessels voor ons onderzoek naar Voedingssupplementen, een samenwerking van De Monitor met studenten van de opleiding journalistiek van de Hogeschool Windesheim.

Zelf gebruikt hij geen voedingssupplementen. Maar in zijn omgeving zijn deze producten populair. ‘De mensen om mij heen die fitnessen gebruiken voedingssupplementen. Een ander deel probeert het als aanvulling, bijvoorbeeld bij een vitamine C- of D-tekort.’

Bijna de helft van de Nederlanders gebruikt voedingssupplementen. Waar komt die belangstelling vandaan?

‘De consument wil vooral controle hebben en al zijn onzekerheden wegnemen. Als hij door voedingssupplementen verschillende voedingsstoffen in optimale mate binnen kan krijgen, of in ieder geval dat gevoel heeft, dan kan hij overwegen om deze producten te kopen. Het is pure onzekerheid die consumenten voelen. Daarom worden ze verleid om deze producten te kopen.’

Spelen marketeers en fabrikanten hier goed op in?

‘Ja, de marketeers zijn niet gek. Ze weten hoe consumenten denken. Daarnaast testen fabrikanten manieren om hun voedingssupplementen aan te bevelen. Ze zien dan wat wel en niet werkt. Zij weten ook vanuit de gedragspsychologie en vanuit andere studies waar de consument naar op zoek is. Als hun doelgroep onzeker en bang is dat zij niet alles uit hun voeding halen, dan speelt de marketing hierop in.’

Voedingssupplementen meestal niet nodig

Volgens het Voedingscentrum hebben de meeste Nederlanders geen voedingssupplementen nodig. Ze krijgen al voldoende voedingsstoffen binnen door gezond en gevarieerd te eten. Alleen speciale groepen die extra voedingsstoffen nodig hebben, zoals zwangere vrouwen (foliumzuur en vitamine D), jonge kinderen (vitamine D) en ouderen (vitamine D) hebben duidelijk baat bij gebruik van specifieke voedingssupplementen.
Zijn consumenten dan ook goedgelovig als ze voedingssupplementen kopen?

‘Ja, dat gebeurt eigenlijk bij veel producten. De consumenten gaan er vanuit dat alle producten, bijvoorbeeld die in de supermarkt verkrijgbaar zijn, betrouwbaar en veilig zijn. Ze vertrouwen dat het product goed in elkaar zit en dat er goed over na is gedacht. Je kan niet van consumenten verwachten dat zij zelf het product kritisch beoordelen.’

Kan deze goedgelovigheid nadelig uitpakken?

‘Absoluut. Het is heel erg nadelig, want je trapt alsnog makkelijk in de onveilige producten. Daarom moet de controle vooraf goed zijn. Als dit niet het geval is, kan je er als consument ook niks tegen doen. Al zeg je dat je veiligheid belangrijk vindt, toch word je in de praktijk verleid om een voedingssupplement te kopen. Dit komt dan door de prijs, sociale omgeving en onder andere je eigen ervaringen.’

In hoeverre is de veiligheid van een product belangrijk voor een consument?

‘Als je het aan consumenten vraagt, zullen ze zeggen dat ze het heel erg belangrijk vinden. Maar wanneer je het test in een winkel, dan maakt het voor consumenten eigenlijk niks uit. Ze kopen dan de producten die voordelig zijn of die hun vrienden kopen. Aan hun gedrag zie je het dus niet. Dit betekent dat de veiligheid op voorhand gegarandeerd moet zijn, omdat de consument in de praktijk zijn keuze hier niet van laat afhangen.’

Hoe belangrijk is het dat die veiligheid gewaarborgd wordt?

‘Het is essentieel dat een fabrikant een veilig product maakt, omdat de consument dit niet kan beoordelen. De autoriteiten moeten controleren of ze ook echt veilig zijn. Je kan de consument hier niet mee belasten. Ik zou zelf ook niet weten waarop ik zou moeten letten. Als het in de Nederlandse winkels ligt ga ik ervan uit dat het veilig is.’

Zou een keurmerk kunnen helpen?

‘Ja, mits het goed wordt toegepast. In het verleden kregen sommige voedingsmiddelen bijvoorbeeld blauwe vinkjes, maar dat werkte helemaal niet. Op dit moment is de Consumentenbond bezig met een stoplichtensysteem. De bedoeling van dit systeem is dat je op de verpakking kan vinden of er veel (rood), matig (oranje) of weinig (groen) vet, zout of suiker in een product zit. Dat gaat wel goed. Dit zou je ook voor voedingssupplementen kunnen doen, maar het moet wel aan eisen voldoen. Het moet niet zo zijn dat fabrikanten al te makkelijk aan een keurmerk kunnen komen.’

Wat wilt u meegeven aan de consument?

‘Wees bewust met wat je koopt. Verdiep je in het product. Als er twijfel over bestaat, doe het niet. Let daarnaast op sociale invloeden. Naarmate de afstand groter wordt met de persoon die je beïnvloedt, moet je kritischer zijn. Vertrouw niet al het advies, bijvoorbeeld van influencers. Zij willen geld verdienen. Als zij zeggen dat het product geschikt is, betekent het niet dat het veilig is.’

Dit artikel is geschreven door Marenthe Burgers, student journalistiek aan de Hogeschool Windesheim in Zwolle en is te vinden via de volgende link:

 

Aanbevolen Literatuur